maandag 29 maart 2010

Hoofdstuk 4.1: Het probleem van het lijden



Het probleem van het ongelooflijke leed en ellende in de wereld is waarschijnlijk een van de populairste en waarschijnlijk ook een van de oudste Atheïstische argumenten. En dat is ook niet zo vreemd aangezien we allemaal bekend zijn met allerhande vormen van gruwelijk leed. Oorlogen; moord; verkrachtingen; kindermisbruik; ziektes zoals kanker en aids, noem maar op. Ik doe vrijwilligerswerk in een ziekenhuis en ik wordt dan ook regelmatig geconfronteerd met lijden van de patiënten daar, waaronder kinderen. Ik heb er dan ook bewust voor gekozen om dit te gaan doen na mijn bekering aangezien ik het zelf op het gebied van gezondheid altijd goed heb gehad. Ik vind het zeer begrijpelijk dat het heel moeilijk is om in een liefdevolle God te geloven in een wereld waarin deze gruwelijkheden voorkomen.


Maar we moeten eerst een belangrijk onderscheid maken hier. Als we het hebben over het probleem van het lijden, hebben we het dan over het emotionele probleem of het intellectuele probleem? Kijk, het mag duidelijk zijn dat voor zowel gelovigen als ongelovigen het een groot emotioneel probleem is wanneer we direct of indirect met lijden te maken krijgen. We moeten er echter wel bij stil staan dat wanneer we het over het bestaan van God hebben, we niet slechts op de emoties kunnen spelen. Emotioneel beklag, hoe begrijpelijk het in veel gevallen ook kan zijn, doet niks af aan het wel of niet bestaan van God, ook niet aan het wel of niet bestaan van een liefdevolle God.

Ik kan me soms enigszins verbazen over op welke wijze het probleem van lijden soms naar voren wordt gebracht als uitdaging voor Theïsten. Het komt soms bijna over of de Atheïsten denken dat wij Theïsten simpelweg niet op de hoogte zijn van het feit dat er lijden is in de wereld. Vele van ons hebben zelf direct lijden mee gemaakt en zeker in indirecte vorm. Dus het is echt niet het geval dat we, wanneer een Atheïst dit probleem naar voren brengt, dat we ons opeens beseffen dat er lijden is in de wereld. Dat is dan natuurlijk ook niet waar het om draait. Het gaat erom of er wel of niet een conflict is tussen het lijden in de wereld en het bestaan van een almachtige en perfect liefdevolle God.


Het emotionele probleem van lijden kan namelijk beide richtingen op werken. In Bijbelse tijd was het lijden over het algemeen vele malen groter dan nu. In deze moderne tijd hebben we allerlei gemakken en medische zorg die vroeger niet beschikbaar was. Zo goed als niemand van ons in de westerse wereld, hoeft bang te zijn voor honger en oorlog. In Bijbelse tijd echter, waren hongersnood, stammenoorlogen, plagen en onderdrukking, dingen waar de meeste mensen met regelmaat mee te kampen hadden. De schrijvers van de bijbel en hun tijdgenoten waren het lijden zeker niet vreemd. Dit weerhield hun echter er niet van om in God te geloven.

Daarom is het zo belangrijk om onderscheid te maken tussen het emotionele aspect van het probleem van het lijden en het intellectuele aspect van dat probleem. Waar het mij hier dan ook om gaat is de kwestie of het lijden in de wereld een conflict is voor het bestaan van (een liefdevolle) God. Met andere woorden: is het probleem van het lijden een goed Atheïstisch argument? Toont dit argument aan dat God niet bestaat of dat Zijn bestaan onwaarschijnlijk is? Dit is wat we het intellectuele probleem van het lijden noemen.



De verschillende vormen van het argument:


Het probleem van lijden is al een erg oud argument dat zijn bekendste vorm vind in een citaat van de Griekse filosoof Epicurus in de 4e eeuw v.Chr.:


- Wil God het kwaad wel verhelpen maar kan Hij het niet? Dan is Hij niet almachtig.

- Kan God het kwaad wel verhelpen maar wil Hij het niet? Dan is Hij kwaadaardig.

- Kan God het kwaad wel verhelpen en wil Hij het ook? Waar komt het kwaad dan vandaan?

- Kan Hij het niet en wil Hij het niet? Waarom zou je Hem dan God noemen?


Het probleem van lijden heeft sindsdien allerhande vormen gekend en is door verscheidene Atheïsten toen en nu gebruikt. Het probleem met de stelling van Epicurus echter, is dat het geen argument is maar eerder een vraag. Deze vraag kon door verschillende religies op verschillende wijze worden beantwoord.

De polytheïstische religies uit die tijd, zoals de Griekse goden waar Epicurus zelf mee bekend was, konden deze vraag namelijk beantwoorden door te stellen dat de goden helemaal niet in staat zijn om het kwaad te verhelpen. De Griekse goden waren tenslotte niet almachtig (je kunt sowieso niet meerdere almachtige goden hebben, want dan limiteren ze elkaar in kracht) en er was ook niet sprake van een almachtige oppergod of iets in die richting. Het kon dus simpelweg zo zijn dat de goden te zwak waren om het kwaad te verhelpen. Maar daarnaast was het in polytheïstische religies ook nog eens het gevallen dat de goden helemaal niet algoed of perfect liefdevol waren. In de meeste polytheïstische religies is er dan ook sprake van zowel goede als slechte goden of goden die gewoon net zoals de mensen beperkingen hadden.

De Griekse oppergod Zeus werd bijvoorbeeld gezien als een krachtige leider maar daarnaast had deze oppergod regelmatig affaires met zowel mensen als godinnen. (vanuit een Christelijk perspectief klinkt het natuurlijk absurd om op deze wijze over God te praten, maar de grieken zagen de goden dan in feite ook als een soort van “supermensen” die ook zelf geschapen waren. Vaak zelfs geboren zoals mensen. Dit staat natuurlijk in enorm contrast met het Christelijke perspectief van God, waarin God een bovennatuurlijke, noodzakelijke, perfecte, almachtige, alwetende, alomaanwezige, algoede en perfect liefdevolle schepper is, die de kern van alle realiteit is en de entiteit is die alle andere entiteiten heeft voortgebracht of van fundering voorziet.)


Kortom, vanuit de polytheïstische positie kon het dus ook het geval zijn dat de goden simpelweg het kwaad niet willen verhelpen.

Wanneer je echter de vragen van Epicurus aan een Christen stelt, dan zal de Christen antwoorden dat God het kwaad KAN verhelpen en ook WIL verhelpen. Maar als dat zo is, waar komt het kwaad dan vandaan? Dit is echter nog steeds een vraag en geen argument.

Het intellectuele probleem van het lijden als zijnde een argument kent dan ook veel verschillende vormen, maar ze vallen in feite in 3 categorieën:


- Het logische probleem van lijden
(het lijden in de wereld maakt God's bestaan onmogelijk)

- Het probabilistische probleem van lijden

(het lijden in de wereld maakt God's bestaan onwaarschijnlijk)

- Het probleem van onnodig lijden
(God's bestaan komt wel overeen met lijden op zich, maar niet met onnodig lijden)


Ik zal deze 3 vormen van het argument een voor een weerleggen.



Voordat ik begin:


Voordat ik kan beginnen moet ik eerst nog even een zeer belangrijk punt duidelijk maken, namelijk de kwestie van de bewijslast. In hoofdstuk 2 heb ik verschillende argumenten VOOR het bestaan van God gemaakt. Bij deze argumenten lag de bewijslast bij mij. Ik ben tenslotte degene die beweert dat God bestaat, dus dan is het aan mij om te bewijzen dat het ook zo is. Degene die de positieve claim maakt heeft dus de bewijslast.


In Hoofdstuk 4 echter zijn de rollen omgedraaid. Atheïstische argumenten proberen namelijk aan te tonen dat God NIET bestaat of dat Zijn bestaan onwaarschijnlijk is. Bij deze argumenten ligt de bewijslast dus bij de Atheïst en niet bij mij. En bij dit argument specifiek, als de Atheïst dus wil aantonen dat er een conflict is tussen het lijden in de wereld en het bestaan van God, dan is het aan de Atheïst om aan te tonen dat dit ook daadwerkelijk het geval is. Mijn taak is het om slechts te reageren op zijn claims. Aan mij is het om aan te tonen dat het argument onjuist is. Dit houdt dus in dat ik niet eens hoef te weten hoe het daadwerklijk komt dat er lijden in de wereld is, als God bestaat. Het enige wat ik hoef te doen is aan te tonen dat dit argument geen reden is om aan te nemen dat God niet bestaat of dat Zijn bestaan onwaarschijnlijk is. Het kan namelijk zijn dat ik geen flauw idee heb waarom er lijden in de wereld is, maar kan mijn persoonlijke onwetendheid ook maar enigszins betrekking hebben op het wel of niet bestaan van God? Natuurlijk niet. Het is sowieso het geval dat het niet weten van een reden, niet inhoudt dat er geen reden is. Dit is belangrijk om in gedachte te houden. De Atheïst heeft de bewijslast hier, niet ik.


Als laatste wil ik je er nog even op wijze dat wanneer ik het hier over God heb, dat ik daarmee specifiek het Christelijke God-concept bedoel waar ik in hoofdstuk 2 acht argumenten voor heb gegeven. Ik hoef dus niet iedere keer er aan toe te voegen dat ik het over een almachtige, algoede en perfect liefdevolle God heb. Dat IS namelijk het Christelijke God concept. Dus als God niet almachtig of niet algoed/perfect liefdevol is, dan bestaat de Christelijke God niet. Dus wanneer ik "God" zeg, kun je daar meteen algoedheid en almachtigheid in lezen.



Het logische probleem van lijden


Het logische probleem van lijden is een zogenaamd “sterk Atheïstisch” argument. Dit houdt in dat het argument probeert aan te tonen dat het bestaan van God ONMOGELIJK is vanwege het bestaan van het kwaad en het lijden. De stelling hier is dat het concept van een almachtige en perfect liefdevolle God die een wereld schept waar lijden in voorkomt, in feite zoiets is als een vierkante cirkel of een ruimteloze ruimte. Het is een concept dat simpelweg onmogelijk is. (De meeste Atheïsten gebruiken echter niet deze vorm van het argument)


Dit is vergelijkbaar met een bekende filosofische paradox van de onweerstaanbare kracht en het onbeweegbare object. Een vorm van deze paradox gaat als volgt:

In het oude China loopt een soldaat over een markt en ziet een wapen-verkoper. De verkoper zegt dat hij een zeer bijzondere aanbieding heeft, namelijk een schild dat door GEEN ENKELE speer doorboord kan worden. Dit schild is absoluut onverwoestbaar en houdt 100% van alle speer-aanvallen tegen. De soldaat is zeer onder de indruk en koopt het schild. Hij vraagt of de verkoper nog een aanbieding heeft. De verkoper zegt dat hij ook een speer in de aanbieding heeft die ALLE schilden kan doorboren. GEEN ENKEL schild is bestand tegen deze speer. De soldaat is weer zeer onder de indruk en koopt ook deze speer. Hij denkt bij zichzelf “wauw, ik heb nu een onverwoestbaar schild en een allesvernietigende speer”. Maar dan bekruipt hem opeens het gevoel dat hij opgelicht is. Boos vraagt hij de verkoper: “Deze speer kan alle schilden doorboren he? En dit schild kan door geen enkele speer doorboord worden? Maar wat gebeurt er dan, als ik met deze speer, dit schild probeer te doorboren?”


Het punt dat deze paradox probeert te maken is, dat het mogelijk is dat er een wereld bestaat waarin een allesvernietigende speer bestaat en er is ook een wereld mogelijk waarin een onverwoestbaar schild bestaat, maar het is niet mogelijk dat er een wereld bestaat waarin allebei deze objecten bestaan. Het bestaan van het ene object voorkomt namelijk het bestaan van het andere object. Als een onverwoestbaar schild bestaat dan kan er simpelweg niet een allesvernietigende speer bestaan. Want dan is het schild namelijk helemaal niet onverwoestbaar of de speer is niet alles-vernietigend.


Het logische probleem van het lijden werkt op de zelfde wijze. Als het argument juist is dan kan er wel een wereld bestaan waarin God bestaat en er geen lijden is, of er kan een wereld bestaan met lijden maar zonder God. Een wereld met zowel het bestaan van lijden en het bestaan van God is echter onmogelijk, omdat het bestaan van God en het bestaan van lijden een logische tegenstrijdigheid oplevert.


Maar is het bestaan van God en het bestaan van lijden wel te vergelijken met deze paradox? Wat we eerst moeten doen is het identificeren van de tegenstrijdigheid waar de Atheïst hier op doelt. Dit kunnen we het beste doen door het logische probleem van lijden in een syllogisme te zetten:

- 1. God bestaat
- 2. Lijden bestaat
- 3. Conclusie, God bestaat niet.


Zoals je hier al kunt zien is dit geen goede formulering van het argument, want dit syllogisme slaat nergens op. Als punt 1 waar is dan kan de conclusie namelijk sowieso al niet daar uit voortkomen en als punt 1 niet waar is dan is punt 2 helemaal niet relevant. Dus dit syllogisme is een puinhoop. De reden daarvoor is dat er namelijk geen EXPLICIETE tegenstrijdigheid is tussen het bestaan van God en het bestaan van lijden. Een voorbeeld van een expliciete tegenstrijdigheid is dit:

- God bestaat
- God bestaat niet


Dit is een expliciete tegenstrijdigheid. De onderste stelling is namelijk de ontkenning van de bovenste stelling. In dit geval kunnen beide stellingen inderdaad niet waar zijn in de zelfde wereld. Maar dit is niet het soort tegenstrijdigheid waar we mee te maken hebben met de stellingen “God bestaat” en “lijden bestaat”.


Wat de Atheïst dus zal moeten stellen is dat er geen expliciete maar een IMPLICIETE tegenstrijdigheid is tussen het bestaan van God en het bestaan van lijden. Maar dat betekent dat er een aantal verborgen veronderstellingen moeten zijn die de Atheïst maakt om die tegenstrijdigheid naar voren te laten komen. Hier komen de stellingen van Epicurus weer om de hoek kijken. Laten we die verborgen veronderstellingen nu toevoegen om een nieuw syllogisme te maken:


- 1. Als God bestaat dan kan Hij een wereld maken zonder lijden (God is almachtig)
- 2. Als God bestaat dan wil hij een wereld maken zonder lijden (God is algoed)
- 3. Lijden bestaat
- 4. Conclusie, God bestaat niet.


Dit syllogisme ziet er een stuk beter uit. Zo komt de conclusie logisch voort uit de premissen. Zoals ik al van te voren aangaf hebben we, als we het over God hebben, te maken met een algoede en almachtige God. Anders zou je in feite ook als conclusie kunnen hebben dat God OF niet almachtig is OF niet algoed. Aangezien het God concept in kwestie het concept is van een God die beide is, is die conclusie dus niet relevant en kunnen we stellen dat God niet bestaat als Hij niet almachtig of niet algoed is.


Maar nu is natuurlijk de vraag: is dit een goed argument? Laat dit argument daadwerkelijk zien dat God niet bestaat? Wat kan een Christen hier op antwoorden?


Wat je op de eerste plaats moet beseffen is dat we hier dus te maken hebben met de logische variant van het probleem van het lijden. Dit argument probeert dus aan te tonen dat het bestaan van God ONMOGELIJK is vanwege het bestaan van lijden, in tegenstelling tot de probabilistische versie die ik verderop ga behandelen, dat slechts probeert aan te tonen dat het bestaan van God onwaarschijnlijk is vanwege het bestaan van lijden. Maar dat houdt dus in dat ik voor DEZE variant van het argument slechts een MOGELIJKE oplossing hoef te geven en het argument werkt al niet meer. En dat kan ik doen door gewoon het syllogisme aan te passen door nog een veronderstelling toe te voegen:


- 1. God bestaat
- 2. Lijden bestaat
- 3. God heeft een reden om het lijden toe te laten
- 4. Conclusie, het bestaan van God en het bestaan van lijden is niet tegenstrijdig


Zoals je ziet hoef ik alleen maar voor te stellen dat God simpelweg een reden heeft om het lijden toe te laten en zolang er zelfs maar een minuscule mogelijkheid is dat dit het geval is, dan werkt het argument al niet meer. Sterker nog, ik kan bewijzen dat deze veronderstelling klopt simpel weg door maar een mogelijkheid te geven waarom God ondanks zijn almachtigheid en ondanks zijn algoedheid, toch niet in staat is om een wereld zonder lijden te maken of het juist niet wil. En dat kan op de volgende wijze:

God wil een wereld maken waarin mensen vrije wil en verantwoordelijkheid hebben: Als het waar is dat God een wereld wil maken waarin mensen vrije wil en verantwoordelijkheid hebben dan kan het zijn dat het helemaal niet mogelijk is voor God om een wereld zonder lijden te maken. Almachtigheid houdt namelijk niet in dat God alles kan doen. God kan geen logische tegenstrijdige dingen doen. God kan bijvoorbeeld geen vierkante cirkel maken of een ruimteloze ruimte. God kan niet ophouden te bestaan of tegelijkertijd wel en niet bestaan. Dat is niet wat almachtigheid betekent. Maar iemand DWINGEN iets VRIJWILLIG te doen is net zo goed tegenstrijdig. Als God er voor kiest mensen te maken met vrije wil, dan houdt dat in dat die mensen de mogelijkheid hebben om lijden te veroorzaken. God zou dat alleen kunnen voorkomen door hun vrije wil af te nemen, maar Hij kan het niet voorkomen als de mensen wel vrije wil hebben. Als hij daarnaast ook wil dat mensen verantwoordelijkheid hebben dan kan hij niet altijd de consequenties afnemen van hun daden, want als God in alle gevallen de consequenties zou wegnemen van iedere kwaadaardige actie dan is er helemaal geen sprake meer van verantwoordelijkheid, want het maakt niet uit wat iemand doet.


Zolang er dus zelfs maar de MOGELIJKHEID is dat God liever een wereld met vrije wil en verantwoordelijkheid heeft en daarom er voor kiest om het lijden toe te laten, dan is het bestaan van God en het bestaan van lijden dus niet tegenstrijdig en faalt het argument. Het is voor dit argument dus niet eens relevant of mijn oplossing daadwerkelijk waar is. Bij dit argument is het slechts relevant of mijn oplossing een mogelijkheid is.

Het is echter ook mogelijk dat God ondanks zijn algoedheid juist liever een wereld met lijden heeft dan een wereld zonder lijden:

God wil geen wereld zonder lijden omdat een wereld met lijden beter is voor de wezens in de wereld: Deze stelling lijkt misschien heel vreemd, maar het is minder vreemd dan je denkt. Als god namelijk een wereld wil waarin mensen weten wat het is om gelukkig te zijn, moeten ze dan niet eerst een begrip hebben van wat het is om ongelukkig te zijn? Kan iemand die vanaf zijn geboorte blind is weten wat licht is? Nee, zo iemand kan geen enkel begrip hebben van wat “licht” überhaupt betekent. Maar is het met geluk niet net zo? Hoe weet je wat fijn is als je niet weet wat niet fijn is? Hoe weet je wat het is om blij te zijn als je niet weet wat het is om niet blij te zijn? Als God ons direct in de hemel zou zetten, wat voor betekenis zou de hemel dan nog kunnen hebben? Hoe kunnen goede kwaliteiten zoals moed en hulpvaardigheid bestaan als er niemand is om te helpen? Hoe kan liefde bestaan, als er geen haat bestaat? Als we dus niet weten hoe het is om momenten zonder liefde te hebben, dan zullen momenten van liefde nooit betekenis kunnen hebben. Dingen zouden dan vanzelfsprekend en betekenisloos worden. Je haalt de hele dag door adem, dat vind je niks bijzonders. Maar als je heel erg verkouden bent of onder water bent, dan besef je pas hoe fijn het is om te kunnen ademen.


Maar ook hier komt vrije wil bij kijken. God zou lijden kunnen voorkomen door ons geen vrije wil te geven, maar als Hij dat zou doen zou er dan nog liefde kunnen bestaan? Is het niet essentieel voor liefde dat het gekozen of minstens afgewezen kan worden? Hoe noemen we het namelijk als we spreken over seksuele liefde die maar van 1 kant komt en waarbij de andere partij gedwongen wordt? Verkrachting, niet waar? Als God liefdevol en algoed is dan KAN hij zijn liefde niet afdwingen. Deze moet vrijwillig geaccepteerd worden door de mensen zelf.


Zolang dit zelfs maar mogelijk is (en als je het mij vraagt is het meer dan mogelijk, zelfs extreem waarschijnlijk) dan faalt de logische variant van het probleem van het lijden. Maar zelfs al zou geen van deze opties juist zijn, dan nog wil dat niet zeggen dat God geen goede reden kan hebben om het lijden toe te laten.

Dat wil ik iedereen even op het hart drukken hier. Zelfs al zouden mijn oplossing falen, dan nog wil dat op geen enkele manier zeggen dat het argument juist is. Het is aan de Atheïst om met absolute 100% zekerheid te bewijzen dat God geen reden KAN hebben om het lijden toe te laten. (tenminste voor deze vorm van het argument) Maar hoe kan een Atheïst dat weten?

De logische variant van het probleem van het lijden wordt dan ook vrijwel nooit meer gebruikt. In de filosofische gemeenschap is dit argument dan ook al lang geleden los gelaten. Dit argument werkt simpelweg niet en de Atheïst heeft hierbij een absurd hoge bewijslast die hij nooit kan waarmaken. De Atheist zou namelijk in feite kennis met hebben van iedere mogelijke wereld en moeten aantonen dat er tussen de te verwezenlijke werelden er een wereld bestaat zonder lijden. Je moet echter alwetend zijn om hier kennis van te kunnen hebben

We kunnen dus gerust stellen dat er geen logische tegenstrijdigheid is tussen het bestaan van God en het bestaan van het lijden. Maar dat is natuurlijk niet het einde van het probleem van het lijden zelf, want de Atheïst kan nog een andere aanpak kiezen, namelijk de probabilistische versie.



Het probabilistische probleem van het lijden:

Waar het probabilistische probleem van lijden verschilt van het logische probleem van lijden is dat de probabilistische variant niet probeert aan te tonen dat er logische tegenstrijdigheid bestaat tussen God en het lijden in de wereld. Deze variant erkent dat het inderdaad MOGELIJK is dat God bestaat ondanks het lijden in de wereld, maar stelt echter dat het ONWAARSCHIJNLIJK is dat God bestaat vanwege het lijden in de wereld. Een Atheïst die deze versie van het argument gebruikt zegt dus dat het inderdaad wel KAN dat God bestaat maar dat de kans gewoon erg klein is omdat er zoveel lijden in de wereld is.

Dit is dan ook de meest gebruikte variant van het probleem van het lijden en het mag duidelijk zijn dat deze variant, ondanks dat de conclusie een stuk zwakker is dan die van de logische variant, een stuk makkelijker te verdedigen valt dan de logische variant. De logische variant kan namelijk nog niet eens de kleinste mogelijkheid openhouden. De probabilistische variant kan dat echter wel. Het gaat hier namelijk om de waarschijnlijkheid van God’s bestaan en niet om de mogelijkheid van God’s bestaan.

De probabilistische versie heeft echter een heel groot zwak punt die je misschien al opgemerkt hebt als je terugdenkt aan mijn argumenten in hoofdstuk 2. Want wat bedoelt de Atheïst hier met onwaarschijnlijk? Onwaarschijnlijk in verhouding tot wat? Tot het lijden zelf? Dat zou inderdaad goed kunnen, maar dat is wel heel erg kort door de bocht, want dan houdt je met heel veel aspecten namelijk geen rekening. Als je voor het bestaan van God namelijk ALLEEN maar naar het lijden in de wereld zou kijken dan zou je inderdaad kunnen stellen dat het bestaan van God onwaarschijnlijk is. Maar je moet naar de hele wereld kijken om te kunnen bepalen of God bestaat. Ik kan namelijk tegen het probabilistische argument ingaan ZONDER op het argument zelf te reageren simpelweg door mijn argumenten VOOR het bestaan van God uit hoofdstuk 2 te gebruiken.

Je zou het kunnen zien als een weegschaal met aan de ene kant het probabilistische probleem van het lijden en aan de andere kant mijn 8 argumenten voor het bestaan van God:




Zelfs als ik zou stellen dat het probabilistische probleem van lijden het bestaan van God onwaarschijnlijk zou maken, dan heb ik nog 8 argumenten die het bestaan van God juist waarschijnlijk maken. In dit geval is het dus 8 tegen 1 en kunnen we helemaal niet stellen dat het bestaan van God onwaarschijnlijk is. Sterker nog, het bestaan van God zou dan ondanks het lijden in de wereld toch zeer waarschijnlijk zijn. Niet alleen dat, als het ontologische argument, het contingentie argument en het logische transcendentie argument juist zijn, dan kan het bestaan van God alleen weerlegd worden door een absoluut aantoonbare logische tegenstrijdigheid. Deze argumenten wijzen namelijk allemaal naar God als noodzakelijke entiteit. Dus als het mogelijk is dat God bestaat, dan bestaat God ook (zie met name hoofdstuk 2.2: het ontologische argument). Zolang deze argumenten overeind staan werkt het probabilistische argument per definitie al niet. Als Atheïst kun je namelijk zelfs de mogelijkheid voor God’s bestaan niet openlaten, want, zoals ik al aangaf in het ontologische argument, staat het erkennen van de mogelijkheid dat God bestaat gelijk aan het erkennen dat God bestaat.


Een mogelijk punt van kritiek dat de Atheïst hier kan geven is dat het probleem van lijden dan nog steeds een functie kan dienen. Misschien dan niet om het BESTAAN van God te weerleggen, maar om aan te tonen dat de God in kwestie niet algoed is of niet almachtig is. Maar zelfs die aanpak werkt niet zolang het argument van objectieve morele waardes overeind blijft staan. En een noodzakelijk punt dat ik hier wil maken is NIET dat de Atheïst het eens hoeft te zijn met dit argument. Het punt is namelijk niet zo zeer hier om het bestaan van God aan te tonen vanuit objectieve morele waardes. Ik gebruik het argument hier juist andersom: Dat als God bestaat, dan bestaan er objectieve morele waardes. Hier kom ik echter later nog uitgebreider op terug.

Bovendien kan ik ook hier het ontologische argument aan toevoegen aangezien dit aantoont dat er een wezen met maximale excellence bestaat. Dit houdt in dat er OF een God bestaat met maximale eigenschappen en zodoende dus algoed en almachtig moet zijn OF er bestaat helemaal geen God doordat het bestaan van een wezen met maximale excellence onmogelijk zou zijn. Verder kan ik ook nog mijn laatste 2 argumenten toevoegen die specifiek gericht zijn op de Christelijke God. Het Christelijke God concept is dat van een algoede God. Ook dit kan ik dus als ondersteuning gebruiken. Zodoende komen we dus op het zelfde punt uit en blijft de weegschaal op mijn kant hangen.

In feite zou dit voldoende zijn om het probleem van het lijden te weerleggen, maar eerlijk gezegd zou ik dit Atheïstische argument nog te veel eer geven als ik het hier bij zou laten. Ik wil namelijk dit argument niet laten afhangen van de positieve argumenten voor het bestaan van God. Ik ben er namelijk van overtuigd dat het probleem van lijden zelfs faalt zonder me te beroepen op de argumenten voor God’s bestaan.

Ik kan echter een aantal redenen geven om aan te nemen dat het bestaan van het lijden het bestaan van God helemaal niet zo onwaarschijnlijk maakt. Met name omdat we het hier dus hebben over de Christelijke God. Er zijn namelijk een aantal Christelijke concepten en doctrines die het bestaan van lijden in de wereld juist waarschijnlijk maken:


Vrije wil:

Dit is al een punt waar ik het hierboven al over heb gehad met betrekking tot het logische probleem van het lijden. Aangezien het bestaan van vrije wil essentieel voor God aangezien er geen goedheid en liefde kan bestaan zonder vrije wil (om nog maar te zwijgen van de ongelooflijke nutteloosheid van een wereld voor “robots”) is het extreem waarschijnlijk dat God veel meer waarde hecht aan een wereld met vrije dan een wereld zonder lijden. Maar als God een wereld maakt met vrije wezens dan is het dus zeer waarschijnlijk dat het helemaal niet mogelijk is voor God om een wereld zonder lijden te verwezenlijken. Door het bestaan van vrije wil vallen namelijk heel veel mogelijke werelden af voor God om te kunnen maken. Het is heel goed mogelijk dat in iedere mogelijke wereld die overblijft door het laten bestaan van vrije wil, de wezens er voor kiezen pijn en lijden te veroorzaken. En bedenk ook goed dat we hier gelijk 95% van al het leed in de wereld mee te pakken hebben. Bijna al het leed in de wereld wordt veroorzaakt door mensen. Als alle mensen in de wereld ervoor zouden kiezen om volledig voor elkaar te leven en te zorgen, hoeveel leed in de wereld zou er dan nog overblijven? Moord en verkrachting wordt veroorzaakt door mensen; oorlogen worden veroorzaakt door mensen; kindermisbruik wordt veroorzaakt door mensen; overvallen, oplichterij en bedrog worden veroorzaakt door mensen; overspel en andere seksuele immoraliteit worden veroorzaakt door mensen; haat, racisme en discriminatie worden veroorzaakt door mensen; etc.. De lijst met menselijke wandaden is extreem lang en beslaat het grootste gedeelte van al het leed in de wereld. God veroorzaakt dit lijden niet en het is niet alleen het geval dat Hij het toelaat, maar het is dat WIJ het veroorzaken en dat WIJ het toelaten. Wij als mensheid hebben, collectief gezien, de mogelijkheid om 95% van het lijden in de wereld te verhelpen, maar dat doen we niet.

Maar ook veel lijden dat misschien niet door mensen veroorzaakt LIJKT te zijn is in feite ook door mensen veroorzaakt. Als we het hebben over ziektes en natuurrampen dan zijn dit zaken die we niet onder controle hebben, maar desondanks is ook veel leed dat hiermee gemoeid is te wijten aan mensen. Denk bijvoorbeeld maar eens aan de armoede in Afrika. Waar komt deze armoede vandaan? Waarom hebben de mensen in Afrika zo weinig en wij in de westerse wereld zo veel? Waarom is er zo veel honger daar? Is het zo dat er gewoon te weinig voedsel op aarde is en te weinig geld? Is er niet genoeg schoon drinkwater op de wereld? Of is het zo dat de Afrika arm gemaakt is door de westerse wereld en arm gehouden wordt door de westerse wereld? Denk eens aan al het geld dat uitgegeven wordt aan de wapenindustrie door Amerika alleen al? Als al dat geld zou worden besteed aan het verhelpen van de armoede in de wereld dan zouden we met gemak de hele wereld van voedsel en schoon drinkwater kunnen voorzien. Afrika wordt dan ook bewust arm gehouden door de westerse wereld. De economie van Afrika kan geen poot aan de grond krijgen omdat ze onmogelijk kunnen competeren met de westerse economie. Dit zorgt ervoor dat ze geen kans krijgen om een economie op te bouwen en technologisch te groeien. Hierdoor is er zoveel honger en ziekte in Afrika omdat ze bewust arm worden gehouden door de westerse wereld. Wij zouden vrijwel alle honger en armoede in de wereld kunnen oplossen door onze rijkdom op te geven. Maar ja... dat is natuurlijk teveel gevraagd he?

Maar ook veel leed door natuurrampen is te wijten aan mensen. Denk bijvoorbeeld maar eens aan de aardbeving in Haïti? Als een aardbeving van dezelfde kracht bijvoorbeeld in Amerika had plaats gevonden dan zouden er nooit zoveel slachtoffers en verwoesting zijn geweest als in Haïti. De reden is dat ze in Haïti te arm zijn voor versterkte gebouwen en te weinig middelen hebben om zichzelf van hulp te voorzien. Dus ook het leed door natuurrampen is gedeeltelijke te wijten aan mensen. Daarnaast hebben de meeste mensen ook niet de mogelijkheid om buiten de gebieden waar veel aardbevingen voorkomen te gaan wonen.

Maar dit is ook het geval met bepaalde ziektes. Geslachtsziektes bijvoorbeeld worden niet zomaar verspreid. Hoeveel last van geslachtsziektes zoals aids en dergelijke aandoeningen zou er zijn als seks binnen het huwelijk gehouden zou worden? Als iedereen monogaam zou leven dan zou het vrijwel onmogelijk zijn geweest voor geslachtsziektes om zich te verspreiden. Dit is nog een voorbeeld van leed dat vele malen minder had kunnen zijn. Nu is er vaak kritiek op de katholieke kerk voor het verbieden van voorbehoedsmiddelen wat er juist voor zorgt dat geslachtsziektes toenemen en ik ben het er volledig mee eens dat de kerk daar ontzettend slecht (en stom) mee bezig is (er is bovendien geen enkele vers in de bijbel die het gebruik van voorbehoedsmiddelen verbied), maar dit neemt niet weg dat het er nooit zo ver van gekomen zou zijn als iedereen seks binnen het huwelijk zou hebben gehouden.


Als laatste zijn wij, als het Christendom waar is, niet de enige wezens met vrije wil die leed kunnen veroorzaken. God heeft ook nog andere wezens gemaakt die in de bijbel bekent staan als engelen. Er wordt weinig gesproken in de bijbel over engelen en het moeilijk te zeggen wat ze nu eigenlijk precies zijn. Maar wat we in ieder geval wel weten is dat engelen ook vrije wil hebben en dat ze interactie hebben met de wereld. Engelen zijn dus ook in staat om kwaad te doen en sommige engelen kiezen er dan ook bewust voor om leed te veroorzaken. Deze engelen worden “gevallen engelen” of demonen genoemd. De bekendste van deze demonen staat bekend onder de “naam” Satan, wat in feite geen naam is maar het Hebreeuwse woord is voor “de vijand”, “de tegenstander” of (wel iets vrijer vertaald) “de aanklager”. Veel leed kan dus veroorzaakt worden door deze demonen zonder dat we het überhaupt door hebben. Net zo als God het toelaat dat wij onze vrije wil gebruiken om slechte dingen te doen, zo ook laat hij de vrije keuzes van demonen toe.


Zo zien we dat, als we rekening houden met de vrije wil van de wezens die God gemaakt heeft, er nog maar erg weinig leed overblijft dat niet door mensen of demonen wordt veroorzaakt.


De zondeval:

Een ander Christelijke concept dat heel erg gemoeid is met de vrije wil is de doctrine van de zondeval. De wereld waarin we leven is namelijk vanuit een Christelijk perspectief geen ideale wereld maar een gevallen wereld. God wil namelijk wel een paradijs maken voor de mens maar het is de mens zelf die dit niet toelaat. Ik heb de zondeval al uitgebreid besproken in hoofdstuk 3 maar ik zal er hier nog even vlug op terug komen. We kunnen al direct in het begin van de bijbel lezen hoe het komt dat we niet leven in een paradijs maar in een wereld met lijden. God plaatste de eerste 2 mensen namelijk in een paradijselijke tuin waar ze zouden kunnen leven in God’s directe nabijheid en zonder te lijden. Ze zouden dan alleen kennis hebben gehad van het goede, maar het was de mens zelf die ook het kwaad wilde kennen. Door kwaad te doen scheid de mens zich van de algoede God. Wij mensen wijzen in feite God af iedere keer als we iets slechts doen. Aangezien wij de wereld voor onszelf willen hebben en ons eigen leven willen bepalen, laat God dit toe. Maar dit heeft tot gevolg dat we ook de consequenties daarvoor moeten dragen. Wij zijn namelijk net zo als Adam en Eva dat wij ons van God scheiden door kwaad te doen. God laat de menselijke kwade bedoelingen dus hun loop gaan wat dus leidt tot een wereld waarin pijn, lijden en menselijke wandaden voorkomen. Deze wereld is geen paradijs omdat wij dat niet toelaten. En God laat dit gebeuren maar verliest zijn doel om een perfecte wereld te maken niet uit ogen en heeft voor een manier gezorgd om ons van onszelf te redden via de kruisiging en wederopstanding van Christus.


Het doel van DEZE wereld is niet gelukkig zijn:

Wat dan ook een belangrijk punt is om te begrijpen is dat vanuit het Christelijk perspectief het niet het doel is van deze wereld om gelukkig te zijn. We zijn niet God’s huisdieren als het ware, waar God een fijne en makkelijke omgeving voor wil maken. Het doel van DIT leven is dan ook niet zozeer om gelukkig te zijn. Het doel van dit leven is kennis krijgen van God en tot Hem te komen, om herboren te worden via zijn Zoon zodat we in een staat kunnen komen waarin we wel klaar zijn voor een paradijselijke wereld.

- Atheïstisch tegenargument: Waarom heeft God de hemel niet gewoon meteen geschapen?

Atheïsten hebben vaak kritiek op het concept van de hemel omdat dit in hun ogen een Wereld is zonder lijden en waarin mensen toch vrije wil hebben. Maar als dat zo is, dan wil dat toch zeggen dat God een Wereld had kunnen scheppen MET vrije wil en ZONDER lijden.

Dit kritiek is echter gebaseerd op een groot misverstand. De hemel is namelijk NIET een Wereld (met een hoofdletter W). De hemel is ONDERDEEL van de Wereld. Door de vrije wil, de betekenisloosheid van goed zonder kwaad en geluk zonder ongeluk en andere zaken, is God niet in staat de Hemel direct te scheppen als zijnde de totale bestaande realiteit (een Wereld met hoofdletter W dus). Dit is niet een mogelijke Wereld voor God om te kunnen scheppen. God kan ons niet direct in de hemel scheppen omdat de hemel dan niet in stand te houden is omdat mensen er voor kiezen kwaad te doen, ondanks God’s almachtigheid. Maar dat wil niet zeggen dat God niet de hemel kan verwezenlijken op een indirecte wijze, namelijk door de wezens een leven te laten doormaken in een niet-perfecte wereld wat voor een gedeelte van die wezens zal leiden tot een staat waarin ze de hemel wel kunnen ervaren en ondanks dat ze vrije wil hebben er vrijwillig voor zullen kiezen om alleen het goede te doen. Dit is wat God verwezenlijkt via Christus en de verrijzenis. Maar God gebruikt hier ook het leed in deze wereld voor. Het lijden in de wereld zorgt dan wel niet voor geluk, maar het draagt wel zeker bij voor mensen om tot God te komen.

Waar maakt het Christendom namelijk de grootste groei door? In Afrika en China. Juist de landen waar er veel ellende en armoede is, vind een enorme Christelijke groei plaats. Leed kan mensen namelijk soms van God wegleiden (dit Atheïstische argument bijvoorbeeld) maar leed brengt mensen nog veel vaker juist tot God. Dat is juist een punt waar Atheïsten zo vaak over klagen, dat zoveel mensen religieus zijn om emotionele redenen. Hier kom ik aan het einde van dit sub-hoofdstuk ook op terug als ik verder in ga op het emotionele aspect van het probleem van het lijden. En zoals ik al in het begin zei, leden de mensen in Bijbelse tijd vaak veel meer dan wij in onze moderne wereld die van vele gemakken is voorzien. Afrika komt eigenlijk een stuk beter overeen met hoe het leven was in Bijbelse tijd.

Het evangelie belooft ons dan ook op geen enkele manier dat, wanneer we Christus aannemen, ons leven er makkelijker op wordt. De eerste Christenen werden juist op gruwelijke wijze doodgemarteld door de Romeinen. Maar zij begrepen echter waar het daadwerkelijk om draait in dit leven.

Het lijden in dit leven zorgt voor ontwikkeling, lering en verantwoordelijkheid dat bijdraagt aan onze groei voor het bestaan na dit leven.

Er is uiteindelijke compensatie voor het lijden voor wie op God vertrouwt:

Voor wie op God vertrouwt en tot Hem komt via Christus is er dan uiteindelijk ook absolute en oneindige compensatie voor al het leed dat we doormaken in dit leven. Het geluk dat we zullen ervaren in God’s nabijheid in het koninkrijk van de hemel is van absolute intensiteit en van oneindige duur zonder pijn, leed of verveling. Het leed dat we doormaken is echter, hoe erg het ook kan zijn, van eindige duur en gelimiteerde intensiteit. Voor iemand in de hemel zal het lijden dat diegene heeft door gemaakt in dit leven uiteindelijk in de oneindigheid verdwijnen. Voor een kind van God is er dus een oneindige hoop. Dit is hoe de apostelen en hun volgelingen de martelingen hebben kunnen doorstaan, omdat ze oneindige hoop hadden.


Liefde is niet God’s enige eigenschap:

Een ander zeer belangrijk aspect van God dat we niet mogen vergeten is dat liefde niet zijn enige eigenschap is. Bovendien houdt God niet alleen van ons. God houdt ook van rechtvaardigheid, goedheid en heiligheid en walgt Hij van het kwaad. Bepaald lijden kan dus ook toegelaten worden of veroorzaakt worden door God zelf als straf. In de bijbel toont God regelmatig zijn gerechtigheid door het kwaad te straffen. Aangezien wij allemaal slechte dingen hebben gedaan kan niemand van ons zeggen dat ze God’s liefde ook daadwerkelijk verdienen. God is ons niks verschuldigd. Zoals ik in het stuk over vrije wil hierboven al beschreef zijn mensen verantwoordelijk voor het grootste gedeelte van al het kwaad en lijden in de wereld. God walgt van onze wandaden en het is een kwestie van genade dat Hij de wereld überhaupt zo door laat gaan. Waarom zou God kwaadaardige mensen iets verschuldigd zijn? Kunnen wij ons beroepen op God’s liefde? Kunnen we het eisen? Nee, natuurlijk niet. Waarom zouden we er dan vanuit moeten gaan dat God de problemen in de wereld maar even oplost? Terwijl we ze zelf hebben veroorzaakt en zelf in staat zijn ze te verhelpen. Al het kwaad in de wereld is JUIST een teken van God’s liefde, namelijk specifiek van Zijn genade. Dat hij ons tolereert en lief heeft ondanks onze daden.


Ons gebrek aan kennis en overzicht:

Als laatste is er nog een heel belangrijk aspect om rekening mee te houden, namelijk onze beperkte kennis en overzicht. Lijden komt voor in ongelooflijk veel verschillende situaties en Atheïsten zullen ongetwijfeld klagen dat de antwoorden die ik hier heb gegeven niet overduidelijk van toepassing zijn op situatie X of Y. “Waarom laat God dan dit toe? Waarom laat God zus en zo gebeuren?”. Vaak zijn dit situaties met zware emotionele ladingen zoals babies met geboorte afwijkingen en mensen met gruwelijke misvormingen en ziektes. Daar hebben we in feite niet veel fantasie voor nodig. (betreffend het emotionele aspect hiervan kom ik op eind nog op terug).

Wat echter belangrijk is om te erkennen is dat het helemaal niet zo waarschijnlijk is dat wij het überhaupt zouden weten waarom God specifieke situaties laat gebeuren. Onze kennis van zaken is namelijk beperkt met betrekking tot alle aspecten van de situatie zelf, maar ook in tijd en plaats. God als alwetende en alomaanwezige entiteit ziet echter alle aspecten van iedere situatie vanaf het begin tot het eind en Hij weet alle uitkomsten van iedere mogelijke situatie. We moeten dus beseffen dat we het lijden in de wereld aanschouwen met extreem beperkte kennis. De reden waarom God situatie X toelaat kan bijvoorbeeld pas jaren later tot uiting komen of misschien zelfs in een ander land.

Stel bijvoorbeeld voor dat er een man op sterven ligt die kanker heeft en deze man sterft hier aan. Waarom laat God dit toe? En stel dat het in dit geval ook nog eens gaat om een respectabele man die kinderen helpt met drugsverslaving. Ik ga even een denkbeeldig voorbeeld geven van een mogelijkheid die alleen van God’s perspectief te weten zou zijn en niet vanuit de mensen die direct gemoeid zijn met de stervende man. Stel je voor dat, nadat de man gestorven is, zijn besluit om dokter te worden vanwege de dood van zijn vader aan een ziekte. Tijdens zijn studie verandert hij iets van richting en gaat virussen bestuderen. Dit leidt tot werk in Afrika waar een stam last heeft van een uiterst besmettelijke ziekte dat een enorme epidemie zou kunnen vormen. Hij is echter degene die per toeval het geneesmiddel tegen dit virus ontdekt en red hiermee niet alleen de stam maar voorkomt ook nog eens vele miljoenen slachtoffers die dit virus had kunnen veroorzaken. Maar de reden dat dit gebeurt is, is dat zijn vader overleden was aan kanker. Als dat niet was gebeurt was hij nooit gemotiveerd geweest om dokter te worden. Maar stel je nu voor dat God zijn vader had genezen. Stel je voor dat nadat deze man genezen is, hij weer aan het werk gaat met kinderen met drugsverslaving. Echter, na een tijd komt deze man in de problemen en raakt hij zelf aan de drugs. Hij raakt zijn baan kwijt en komt uiteindelijke in het criminele circuit terecht. Om aan geld te komen pleegt hij samen met een stel andere criminele een bankoverval die resulteert in een gijzeling. Dit loopt uiteindelijk gruwelijk mis als de politie moet binnenstormen en 20 gijzelaars komen om het leven.

Als God deze man dus dood laat gaan leidt dit tot miljoenen mensen die gered worden van een epidemie en als God deze man geneest leidt het tot een gijzelingsactie waarin 20 doden vallen. Maar de mensen die het lijden van deze man mee maakten konden hier geen enkele weet van hebben.

Kijk, dit is natuurlijk maar een denkbeeldige situatie waar van alles op aan te merken valt en ik heb natuurlijk geen idee in hoeverre soortgelijke situatie zich voordoen. Maar dat is juist het punt, dat ik hier geen flauw idee van kan hebben omdat mijn kennis gewoon veel te beperkt is.


Sowieso is er geen enkele reden om te stellen dat er maar 1 reden moet zijn waarom God het lijden toelaat of waarom God specifiek situatie X toelaat. Het kan heel goed zijn, en het is zelfs heel waarschijnlijk, dat we altijd te maken hebben met een combinatie van allerlei verschillende factoren. Maar het is helemaal niet zo waarschijnlijk dat we al die factoren kunnen weten.


Nu is het goed mogelijk dat Atheïsten het maar een flauw antwoord vinden als je zegt dat we gewoon niet kunnen begrijpen waarom God zus en zo doet, maar daar heb ik 2 dingen op te zeggen:

- Dit is jullie argument en jullie hebben dan ook de bewijslast hier.
- Als God bestaat dan is het simpelweg een feit dat wij ontzettend klein zijn en dat onze kennis extreem beperkt is vergeleken met Hem. Dus waarom is het zo flauw om ons hier op te beroepen? Als een antwoord je niet bevalt heeft dat nog geen enkele betrekking of op of het antwoord onterecht of onjuist is.


We kunnen dus concluderen dat ook het probabilistische probleem van het lijden simpelweg niet werkt. Op de eerste plaats is het argument sowieso al niet sterk genoeg vergeleken met de argumenten VOOR het bestaan van God, maar zelfs zonder terug te vallen op die argumenten kunnen we nog niet concluderen dat het bestaan van het lijden, het bestaan van God onwaarschijnlijk maakt.

Er is echter nog een derde versie van het argument die de Atheïst kan gebruiken:



Het probleem van onnodig lijden

Er is nog een derde aanpak waar de Atheïst zich op kan beroepen, namelijk door er op te wijzen dat er onnodig lijden is in de wereld. De Atheïst kan toegeven dat het lijden God’s bestaan niet onmogelijk of onwaarschijnlijk maakt en dat God inderdaad goede redenen kan hebben om het lijden toe te laten, maar dat God’s bestaan echter onverenigbaar is met onnodig lijden. God kan dan wel bestaan in een Wereld waarin er lijden bestaat, maar niet waarin er zoveel lijden bestaat dat ook nog eens zo oneerlijk verdeeld is. Sommige mensen lijden veel meer of veel malen meer intens dan andere mensen. Het bestaan van lijden is dan misschien wel nodig, maar niet het bestaan van onnodig lijden.


Dit argument is het bekendst van de Atheïstische filosoof Austin Dacey. Zijn argument gaat als volgt:

- 1. Als God bestaat, dan bestaat onnodig lijden niet
- 2. Onnodig lijden bestaat
- 3. Conclusie, God bestaat niet.

Ik denk echter dat ook dit argument faalt, met name omdat er extreem groot zwak punt in zit. Ik kan het argument namelijk gewoon omdraaien:

- 1. Als God bestaat dan bestaat onnodig lijden niet
- 2. God bestaat
- 3. Conclusie, onnodig lijden bestaat niet.


En dus ook hier kan ik me gewoon weer beroepen op de argumenten voor het bestaan van God uit hoofdstuk 2. Maar eerlijk gezegd is zelfs dat niet nodig omdat het argument simpelweg niet meer werkt als je het ook kan omdraaien. De Atheïst loopt namelijk in cirkels te redeneren als hij dit argument gebruikt. Hij zal namelijk moeten aantonen dat onnodig lijden bestaat, maar de enige manier waarop onnodig lijden überhaupt kan bestaan is als God niet bestaat. Met andere woorden: om veronderstelling 2 (onnodig lijden bestaat) aan te tonen, moet je eerst al de conclusie (God bestaat niet) aannemen. Dus hij zal moeten aannemen dat God niet bestaat, om aan te tonen dat God niet bestaat. Dat is een cirkelredenering. Dit argument is dus per definitie onjuist.

Maar los daarvan, laten we dit argument nog even de voordeel van de twijfel geven. Vele deductieve argumenten hebben tenslotte uiteindelijk wel een aspect dat tot een cirkelredenering leidt. Deze zeer bekende stelling heeft tenslotte ook een element van cirkelredenering:

- 1. Alle mensen zijn sterfelijk
- 2. Socrates is een mens
- 3. Conclusie, Socrates is sterfelijk


In zekere zin is dit argument ook een vorm van cirkelredenering. Niet zo extreem als het argument van onnodig lijden, maar er is wel degelijk een vorm van cirkelredenering in aanwezig. Stelling 1 is namelijk dat alle mensen sterfelijk zijn, maar de enige manier om te weten of ALLE mensen sterfelijk zijn is als je al aanneemt dat Socrates sterfelijk is. Als Socrates namelijk niet sterfelijk is dan klopt stelling 1 al niet. Je kunt het argument echter wel inductief bekijken, namelijk dat we zeer goede redenen hebben om aan te nemen dat stelling 1 waar is en dan kun je wel stellen dat Socrates ook sterfelijk is.

Laten we het argument dus inductief bekijken (wat overigens helemaal niet wil zeggen dat ik het argument niet kan omdraaien, want dat werkt nog steeds). Maar ook dit kan het argument van onnodig lijden niet redden. Want hoe wil je überhaupt aantonen dat er onnodig lijden bestaat? Hoe weet je wanneer een bepaalde vorm van lijden onnodig is? Waar baseer je dat op? Het kan heel goed zijn dat jij zelf de reden niet kan inzien, en misschien kunnen andere mensen dat ook niet. Maar het feit dat je niet kan inzien wat de reden is, wil natuurlijk niet zeggen dat er dan ook geen reden is. En dat is het beste wat je kan doen, dat niemand een reden kan inzien waarom God situatie x toelaat. Bovendien kan ik nog steeds de argumenten voor het bestaan van God uit hoofdstuk 2 als verdediging gebruiken. Echter het beste wat dit argument kan aantonen is: situatie x heeft geen bekende rechtvaardiging. Dat is alles wat dit argument kan aantonen.

Maar eerlijk gezegd zie ik zelfs niet in waarom we het met stelling 1 eens zouden moeten zijn. Waarom is het namelijk noodzakelijk waar dat als onnodig lijden bestaat, dat God dan niet zou bestaan? Ik zie namelijk geen enkele reden waarom het niet zou kunnen dat in iedere mogelijke wereld die God kan verwezenlijken, er onnodig en oneerlijk verdeeld lijden voorkomt. Maar in feite hebben we dan sowieso al te maken met een relatieve term, want in die zin zou dat het onnodige lijden tot iets noodzakelijks maken. Dus eigenlijk is “onnodig lijden” al een behoorlijk vage term. In feite komt het er op neer dat in een Wereld waarin God bestaat, iedere vorm van lijden per definitie niet onnodig is en in feite zou je iedere vorm van lijden in een Atheïstische wereld juist per definitie onnodig kunnen noemen, aangezien er geen bedoeling achter zit.

Kortom, onnodig lijden is een erg twijfelachtige term die hoogstwaarschijnlijk alleen maar van toepassing is op een Atheïstische Wereld. Daarnaast lijdt dit argument aan het zelfde probleem als het probabilistische argument, namelijk dat ik mijn argumenten VOOR het bestaan van God uit hoofdstuk 2, tegenover dit argument kan zetten.


En zodoende falen alle drie de versies van het probleem van het lijden. In feite zou ik het hier bij kunnen laten en dit gewoon kunnen zien als een foutief Atheïstisch argument. Maar ik zal nogmaals moeten zeggen dat ik dan het argument teveel eer geef.

Het probleem van het kwaad en het lijden is namelijk niet alleen een gefaald Atheïstisch argument, maar het kan zelfs als een argument TEGEN Atheïsme gebruikt worden!



Het argument van het kwaad VOOR het bestaan van God

Ik ga nu beide aspecten van dit argument, namelijk het bestaan van het kwaad en het bestaan van het lijden TEGEN de Atheïsten keren. Ik begin hierbij met het bestaan van het kwaad.

In feite is het bestaan van het kwaad direct gemoeid met het bestaan van het lijden, aangezien de Atheïst het lijden als iets kwaadaardigs ziet als God dit toelaat of niet verhelpt. Maar als De Atheïst beweert dat het bestaan van het kwaad een objectief probleem is voor het bestaan van God, dan zal hij moeten stellen dat er ook zoiets bestaat als een objectief kwaad. Maar zoals we hebben gezien in het argument van objectieve morele waardes (hoofdstuk 2.6) zijn de meeste Atheïsten morele subjectivisten (al zijn ze daar in de verste verte niet consequent in, maar goed, ze beweren in ieder geval morele subjectivisten te zijn aangezien dat past binnen het Atheïstische wereldbeeld).

Maar het probleem van het kwaad (en daarmee het probleem van het lijden) kan niet gesteld worden vanuit een moreel subjectivistische positie aangezien je dan ook geen objectief argument kan hebben. Je kunt namelijk dan niet stellen dat het objectief slecht is voor God om het lijden toe te laten of zelfs te veroorzaken. Je kunt al helemaal niet objectief zeggen dat het slecht is dat God het kwaad laat bestaan, want volgens moreel subjectivisten bestaat er niet zoiets als een objectief kwaad.

Als moreel subjectivist wordt je argument in feite iets wat niet serieus te nemen valt:


- 1. Ik vind het slecht als God het lijden/kwaad toelaat
- 2. God doet dingen die ik slecht vind
- 3. Conclusie, God bestaat niet... (vind ik) of God is niet algoed... (vind ik)


Tja, iedereen heeft recht op zijn mening natuurlijk. Maar dat je slechts vind dat God niet goed is of niet bestaat, daar heb ik natuurlijk geen boodschap aan. Ik snap natuurlijk ook wel dat dit niet de wijze is waarop Atheïsten dit argument stellen, maar mijn punt is dat je dit in feite gedwongen bent om te doen als je een moreel subjectivist bent.

Met andere woorden: OF je erkent dat het probleem van het kwaad en het lijden niet werkt OF je erkent dat er zoiets als een objectief kwaad bestaat.

Het probleem is dat wanneer de Atheïst erkent dat er een objectief kwaad bestaat, dan is hij dus gedwongen te erkennen dat er objectieve morele waardes bestaan.

Maar dat is iets wat de Atheïst niet kan doen, aangezien hij dan het argument van objectieve morele waardes bevestigd:


- 1. Als God NIET bestaat, dan bestaan objectieve morele waardes NIET
- 2. Objectieve morele waardes bestaan (bevestigd door het probleem van het kwaad en het lijden)
- 3. Conclusie, God bestaat


Voor een verdediging van de eerste stelling verwijs ik je terug naar hoofdstuk 2.6 waar ik ook het veel gebruikte euthyphro dilemma weerleg.



Het argument van het lijden VOOR het bestaan van God

Hoe paradoxaal het ook klinkt, zelfs het lijden in de wereld kan tegen Atheïsme gebruikt worden. Atheïsten willen namelijk nog wel eens beweren dat lijden iets is dat je niet zou verwachten als God bestaat, maar wat je wel zou verwachten als er geen God is. De Atheïst kan namelijk stellen dat lijden te verwachten is in een universum dat totaal onverschillig is jegens ons en dat ook geen enkele bedoeling voor ons heeft. De natuur is gewoon erg bruut en aangezien wij onderdeel uit maken van de natuur, kunnen we verwachten dat er lijden zou bestaan.

Er zijn echter een aantal problemen waar de Atheïst dan geen rekening mee houdt. Op de eerste plaats mag het, om alle redenen die ik tot nu toe genoemd, heb duidelijk zijn dat ik het er helemaal niet mee eens ben dat de stelling “als God bestaat dan zou je geen lijden verwachten” waar is. Ik denk dat met name als Christenen we lijden juist zouden verwachten. Maar los daarvan, ben ik het er al helemaal niet eens dat je lijden zou verwachten als Atheïsme waar is.

Het probleem is namelijk dat je vanuit Atheïsme GEEN ENKELE verwachting kan maken. Iedere conclusie die je trekt als Atheïst zal gebaseerd moeten zijn op andere aannamen waar je geen enkele voorspelling over kunt doen. Atheïsten zelf geven juist vaak toe dat Atheïsme helemaal geen verklaringen geeft maar slechts een reactionaire positie is. Dan kun je sowieso al geen voorspellingen vanuit die positie doen. Maar dat is niet het enige probleem, want als we namelijk kijken naar de argumenten voor het bestaan van God, dan moeten concluderen dat dat het bestaan van lijden juist bijzonder onwaarschijnlijk is als Atheïsme waar zou zijn. Laat me dat even verduidelijken:


- Je kunt namelijk vanuit Atheïsme helemaal niet verwachten dat er überhaupt iets zou kunnen bestaan (het contingentie argument – hoofdstuk 2.1, en het Kalam argument – hoofdstuk 2.3)
- Je kunt vanuit Atheïsme helemaal niet verwachten dat een specifieke metafysische Wereld zou bestaan in plaats van een andere metafysische Wereld (het contingentie argument – hoofdstuk 2.1)
- Je kunt vanuit Atheïsme helemaal niet verwachten dat er een universum zou bestaan waar leven in zou kunnen ontstaan, bestaan en blijven bestaan (het teleologische argument van precieze afstelling/fine tuning - hoofdstuk 2.4)
- Je kunt vanuit Atheïsme helemaal niet verwachten dat zelfs als er een universum zou bestaan waar leven in voorkomt, dat dit leven dan ook daadwerkelijke bewuste ervaringen zou hebben in plaats van slechts mechanistische reacties zonder bewuste, eerste-persoon’s perspectieve ervaringen. (transcendentie argumenten en de problemen van Naturalisme – hoofdstuk 2.5)


Met name dat laatste punt is kritiek als het aankomt op het ervaren van lijden. Zelfs al zou er een universum bestaan waarin leven evolueert, dan zou het vanuit een materialistisch/fysicalistisch perspectief er net zo goed wezens kunnen hebben bestaan die geen enkele zelf-bewuste ervaringen hebben.

Ik gaf in hoofdstuk 2.5 al het voorbeeld van een robot die aan de hand van voorgeprogrammeerde algoritmes zich gedroeg alsof het pijn ervoer maar in feite op geen enkele manier zelf-bewust was. De functie van pijn, evolutionair gezien, is namelijk om ervoor te zorgen dat dieren hun lichaam niet beschadigen. Als ik bijvoorbeeld mijn hand in vuur zou houden, dan ervaar ik pijn en daardoor zal ik mijn hand wegtrekken. Als ik geen pijn zou ervaren dan zou ik mijn hand volledig kunnen laten verbranden en er niks van merken. Pijn heeft dus een logische functie, maar er is geen enkele reden waarom het bewust ervaren van pijn, vanuit een materialistische/fysicalistiche positie, iets is wat je zou verwachten dat evolutie zou voortbrengen. Robotten kunnen we namelijk zo programmeren om zelfbeschadiging te voorkomen zonder dat we ook maar te maken hebben met een machine dat een bewustzijn heeft.

Sterker nog, we zouden makkelijk een heel simpel robotje kunnen maken dat slechts uit een arm en een simpele processor bestaat, waarvan het LIJKT alsof het pijn ervaart. Je stopt namelijk gewoon een warmte-sensor in de hand van dit robotje en programmeert een algoritme in dat ervoor zorgt dat wanneer de sensor een bepaalde temperatuur waarneemt, de arm bewogen wordt totdat er een lagere, niet schadelijke, temperatuur wordt waargenomen. Wanneer je dan een vuurtje onder de hand van deze machine houdt, dan zal de machine voorkomen dat het door het vuur beschadigt wordt vanwege dit voorgeprogrammeerde algoritme. De robot voorkomt zo dus zelfbeschadiging, zonder dat er een bewuste ervaring van pijn aan te pas komt.

Als wij dus slechts door evolutie ingeprogrammeerde biologische “robotten” zijn, dan is er geen enkele reden om te verwachten dat er BEWUSTE pijn ervaringen zouden ontstaan. Natuurlijke selectie selecteert tenslotte op overlevingskwaliteit, en de functie die pijn heeft, kan dus met dezelfde effectiviteit voortgebracht worden zonder dat hier ook maar een bewuste ervaring bij komt kijken.

We kunnen dus helemaal niet stellen dat vanuit een Atheïstische positie pijn en lijden te verwachten zijn. Sterker nog, het is juist extreem onwaarschijnlijk dat in de afwezigheid van God er een wereld zou bestaan met bewuste wezens die pijn zouden kunnen ervaren.

Vanuit de argumenten voor het bestaan van God uit hoofdstuk 2, plus mijn verdedigingen in dit sub-hoofdstuk, kunnen we dus concluderen dat het bestaan van lijden juist veel waarschijnlijker is vanuit een Christelijke positie dan vanuit een Atheïstische positie. Vanuit een Christelijke positie kunnen we het lijden verwachten omdat God het toelaat en er een bedoeling mee heeft, maar vanuit een Atheïstische positie is het extreem onwaarschijnlijk dat er een wereld zou bestaan met bewuste wezens die lijden kunnen ervaren.

Hoe paradoxaal het ook kan klinken, het lijden in de wereld komt vele malen beter overeen met een wereld voortgebracht door een liefdevolle God die er een bedoeling mee heeft, dan een wereld waarin God niet bestaat.


Conclusie:

Al met al moet ik concluderen dat het probleem van het lijden en het kwaad, simpelweg niet werkt als een Atheïstisch argument. Ook al heeft het argument veel emotionele kracht, als intellectueel probleem faalt het compleet. Sterker nog, het probleem is juist vele malen groter voor de Atheïsten zelf.Daarom moet ik concluderen dat ik het probleem van lijden en het probleem van het kwaad aan mijn argumenten VOOR het bestaan van God kan toevoegen. Ik wil de Atheïsten daarom hartelijk bedanken dat ze ons een extra argument voor God’s bestaan hebben gegeven.


We moeten dan ook inzien dat het probleem van het lijden een emotioneel probleem is en niet een intellectueel probleem. Echter, als Christenen kunnen we altijd vertrouwen op de hoop die God ons geeft. Voor degene die op God vertrouwen zal ons lijden slechts beperkt blijven tot dit leven waarna wij eeuwig in God’s nabijheid kunnen zijn. Zoals de bijbel zegt:

Openbaring 21:4
4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.

Ik zal in dit leven misschien nog te maken krijgen met zwaar lijden, maar tijdens dit lijden zal ik door God gedragen worden. Ik heb liever dat de ellende in de wereld in de handen is van een algoede God dan dat het slechts een kwestie van pech hebben is. Als God niet bestaat dan is er geen enkele compensatie mogelijk voor het lijden in de wereld. Als je lijdt is het niks meer dan een kwestie van pech en een kwestie van geluk als je er van af kunt komen. Het beste wat je een stervend of lijdend persoon dan te zeggen zou kunnen hebben is "pech gehad, niks aan te doen".

Dit is een zeer bekend Christelijke gedicht die je waarschijnlijk wel kent en ik denk dat het hier ook zeer gepast is:

Voetstappen in het zand..

Ik droomde eens en zie
ik liep aan 't strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
want ook de Heer liep aan mijn zij.

We liepen samen het leven door,
en lieten in het zand,
een spoor van stappen; twee aan twee,
de Heer liep aan mijn hand.

Ik stopte en keek achter mij,
en zag mijn levensloop,
in tijden van geluk en vreugde,
van diepe smart en hoop.

Maar als ik het spoor goed bekeek,
zag ik langs heel de baan,
daar waar het juist het moeilijkst was,
maar één paar stappen staan.

Ik zei toen "Heer waarom dan toch?
Juist toen ik U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag,
op het zwaarste deel van mijn pad..."

De Heer keek toen vol liefde mij aan,
en antwoordde op mijn vragen;
"Mijn lieve kind, toen het moeilijk was,
toen heb ik jou gedragen..."



Ik wilde graag afsluiten met het verhaal van een 3 Christenen die te maken hebben gehad met gruwelijk lijden maar leefde met enorme kracht als Christenen :

Een van mijn favoriete Christelijke Filosofen Dr. William Lane Craig had eens een debat met een Atheïst over het probleem van het lijden en aan het einde van zijn debat vertelde hij een anekdote van een oud collega genaamd Tom Smith, over een oude dame genaamd Mabel die hij had leren kennen in een verzorgingstehuis. Mabel was blind, zeer slechthorend, haar gezicht was aangevreten door kanker waardoor een van haar ogen omlaag gezakt was, haar mond was vervormd waardoor er constant speeksel uit haar mond liep. Deze vrouw was gruwelijk misvormd en gehandicapt en ze lag in deze toestand aan haar bed gekluisterd, 25 jaar lang. En Tom die als Christelijke missionaris daar werkzaam was leerde haar steeds beter kennen, en ondanks haar lichamelijke toestand bleek Mabel een zeer levendige persoonlijkheid te hebben en ze was zeer helder van geest. Hij kwam er ook echter dat deze vrouw een Christen was en dat ze een zeer positieve kijk op haar leven had. En Tom vroeg zich af waar Mabel nu eigenlijk de hele dag aan dacht, terwijl ze daar in bed lag met een zwaar aangetast lichaam en met erg weinig contact met andere mensen.En Mabel antwoordde hem: Ik denk aan mijn Jezus. En Tom was, ook al was hij zelf een Christen, erg verbaasd. Hij zei dat hij zelf al moeite heeft om een paar minuten aan Jezus te denken. Dus hij vroeg waar ze dan precies aan dacht over Jezus. En Mabel antwoordde: “Ik denk er aan hoe goed Hij voor mij is geweest. Ik ben een van die ouderwetse types, mijn leven is voornamelijk goed geweest en ik ben in feite tevreden met mijn leven. Veel mensen zullen me misschien ouderwets vinden maar dat maakt mij niet uit. Ik heb liever Jezus want Hij is de wereld voor mij.” En toen begon Mabel een oud lied te zingen over Christus over hoe Hij voor haar geluk zorgt. En dit raakte Tom ontzettend, dat er echt een persoon was die al 25 jaar aan haar bed gekluisterd was, blind, slechthorend en misvormd, die liederen zong over Christus en dacht over hoe goed Hij voor haar is geweest, omdat zij wist dat het kennen van God een goed was waar niks tegen op kon. Wat Tom besefte op dat moment is dat Mabel iets heeft dat de meeste onder ons niet hebben. Mabel kon dan wel bijna niks met haar lichaam, maar ze had meer kracht dan de meeste van ons. Mabel had ongelooflijke kracht.


Een andere inspirerend voorbeeld is de Christen Nick Vujicic, die geboren is zonder armen en benen. Hier zijn 2 filmpjes over hem:







Als laatste zijn hier nog 2 filmpjes van voormalig Atheïst John N. Clayton over het lijden in de wereld en het persoonlijk lijden dat hij heeft meegemaakt met zijn zwaar gehandicapte zoontje.

Does God exist: The problem of human suffering

Does God exist: The nature of man - why are we here?






“Er is niets waarnaar zelfs de meest begaafde mensen meer verlangen dan om eindelijk te kunnen begrijpen hoe iemand nog steeds kan geloven dat God zich om de dingen der mens bekommert, in beschouwing nemend hoeveel kwaad er in de wereld is."

God had besloten dat het beter voor ons was om goed uit kwaad voort te brengen dan om helemaal niet onder het kwaad te lijden".

St. Augustine (4e eeuw na Christus)